vrijdag 15 februari 2013

Aura en materialiteit in Letterkundig Museum

1. Aura's in het Pantheon
Gerard Reve aan W.F. Hermans
Een echte eye-catcher in het Letterkundig Museum is de grote vitrine die te zien is zodra je Het Pantheon binnenloopt. In deze vitrine zijn eerste drukken en handschriften te zien van de grote werken uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Allemaal bladzijden en pagina's met een groot aura zou je kunnen zeggen; niet alleen zijn het werken die door hun bekendheid en invloed op de Nederlandstalige literatuur indruk maken, ook zijn ze bijzonder doordat het versies van de teksten zijn die nergens anders te zien zijn. Maar de objecten die tentoongesteld worden zijn allemaal niet de origineel, maar facsimile's. Hiermee zijn het dus reproducties. Uitgaande van Benjamin's definitie van aura hebben deze objecten dus (een deel van) hun aura verloren, want het zijn kopieën die met gebruik van technologie zijn gereproduceerd. Een object dat volgens Benjamin nog wel in het bezit is van het volle aura is een brief van Gerard Reve naar W.F. Hermans. Ik kende de briefwisseling tussen de twee grote schrijvers doordat de brieven in 2008 gebundeld zijn uitgegeven door De Bezige Bij. En hoewel deze briefwisseling indrukwekkend is om te lezen en de bundel jou als lezer een in-kijkje geeft in de relatie tussen de twee (en daarmee gelijk al veel zegt over de context waarin in het geschreven is), heeft het toch veel aan aura verloren. De brief van Reve die te zien is in het museum is met de hand geschreven, op zijn eigen papier. In de linker bovenhoek staat zijn volledige naam gedrukt, Gerard Kornelis van het Reve, en zijn adres in de rechter. De inkt van de achterkant drukt een beetje door en in de laatste zin heeft de schrijver een foutje doorgekrast. Dit zijn allerlei aspecten die in de reproductie (de bundeling) verloren gegaan zijn. Maar terugkomend op het probleem van de facsimile's: als we deze brief onder het kopieerapparaat leggen, blijven al deze unieke aspecten gewoon behouden en toch verliest het strikt genomen het aura. Het mag er dan nog wel hetzelfde uitzien, het is niet meer dat stukje papier waar Reve een tijdje boven gehangen heeft en die Hermans vastgehouden heeft tijdens het lezen. Het aura draait er hier dan meer om het 'echt' zijn, daar schuilt de authenticiteit in.

3.  Materialiteit
Hayles' definitie van materialiteit beschrijft deze niet zomaar als een vooraf gegeven en vaststaande eigenschap, maar als een proces, een 'event'. Materialiteit is in deze definitie afhankelijk van de context. De honderd beeldschermen aan de muren van Het Pantheon waarop filmpjes over het leven en werk van honderd belangrijke Nederlandse auteurs te zien is, illustreren deze definitie. In de keuze voor dit medium (filmpjes, beelden zonder geluid) spelen verschillende zaken een rol. Ten eerste is dit de technologische mogelijkheden. Het is mogelijk om door middel van deze filmpjes het verhaal te vertellen, er hoeven bijvoorbeeld geen teksten op de muur gezet te worden. Ten tweede past het medium perfect bij het doel van deze filmpjes: een overzicht geven van de levens van deze belangrijke schrijvers, waarmee een overzicht van de literatuurgeschiedenis. De portretfragmenten verspringen steeds op het gelijke moment, waarmee (in de woorden van het begeleidende kaartje) 'een visuele ritmiek die de polsslag van duizend jaar literatuurgeschiedenis verbeeldt' ontstaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten