vrijdag 22 maart 2013

Meeneempoëzie (Aanpassing 1e blog)


Dankzij de stichting ‘Poëzie op straat’ zijn er in de binnenstad van Den Bosch verschillende gebouwen te vinden met een poëtische tekst erop.  Deze zogenaamde meeneempoëzie is volgens de stichting bedoeld om ‘het leven even stil te laten staan en voorbijgangers te verrassen’. Hieronder zijn twee voorbeelden te zien van de meeneempoëzie in Den Bosch. Het eerste gedicht van Jan van Sleeuwen is te vinden boven de ingang van het Centraal Station. Op de tweede afbeelding is een citaat van Franz Kafka te zien, dat op een boekwinkel geschilderd is.



Volgens Bruno Latour streven we in de moderniteit naar ‘zuivere’ polen in de maatschappij. Zo zou er een aparte plaats zijn voor bijvoorbeeld economie, voor literatuur en voor politiek. Hij stelde echter vast dat er wel degelijk interactie is tussen deze sectoren. De objecten die tussen deze polen vallen noemt hij quasi-objecten. De muurgedichten in Den Bosch zijn een goed voorbeeld van deze quasi-objecten. De gedichten spelen namelijk niet alleen een rol in het literaire domein, maar ook in het economische domein. Zo worden er speciale stadswandelingen langs de gedichten georganiseerd en gebruikt Den Bosch de meeneempoëzie om zich te onderscheiden voor toeristen.
Ook het begrip ‘translatie’ van Latour is van toepassing op de muurgedichten. Met dit begrip bedoelde hij dat er een betekenisverschuiving optreedt wanneer de context verandert. De gedichten worden uit hun literaire context gehaald en gedrukt op muren. De context versterkt hierbij de inhoud van de gedichten. De regel van Kafka is bijvoorbeeld geschilderd op de muur van een boekwinkel. De locatie en inhoud van het gedicht komen overeen en daardoor wordt de betekenis van het gedicht versterkt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten