maandag 25 maart 2013

Koots heimwee

Kees van Kootens boekenweekgeschenk is gedrenkt in nostalgie - zowel in inhoud als 'uithoud', zoals van Kooten het zelf noemt. De nostalgie speelt op twee niveaus; het eerste in het plot - van Kootens zoektocht naar het verhaal achter de verrekijker die zijn jeugd tekende, het tweede parallel in de inhoud en de material page - van Kootens nostalgische gevoelens bij het papieren boek.

De bijgevoegde afbeelding is exemplarisch voor de material page van De verrekijker. Parallel aan zijn memoires loopt een literaire agenda, waar door van Kooten 'zelf' bij geschreven is. Zelf moet hier natuurlijk tussen aanhalingstekens geplaatst worden, in een oplage van 750.000 exemplaren is van 'zelf geschreven' natuurlijk geen sprake. Juist tegen deze hoge mate van reproduceerbaarheid lijkt van Kooten zich te verzetten, door het invoegen van handschrift probeert hij toch een mate van aura te creƫren.
Daarnaast is het invoegen van dit handschrift natuurlijk programmatisch, van Kooten wil de unieke functie van het papieren boek laten zien, namelijk dat je er met de pen even vlug iets bij kan krabbelen. Het werk reflecteert op zijn eigen materialiteit. Hier zijn meer voorbeelden van te vinden: hij heeft het bijvoorbeeld over de achterkant van het boek en de sociale functie die dit vervult - een reflectie op de sociale functie van zijn eigen portret op de achterkant.

Het werk is dus zelf-reflexief, maar als een punt van kritiek kan afgevraagd worden of het boek wel zelf-reflexief genoeg is. Het boek refereert zowel in inhoud als uithoud naar een sterk gevoel van authenticteit, maar het reflecteert niet op de werk status van het boek, en in bijzonder de pocket en de jonge uitvinding die zij is. Er kan dan ook gesproken worden van een simulacrum: van Kooten schetst een beeld van het boek als authentiek en vol nostalgie, en daarbij gaat hij voorbij aan de werkelijkheid van de moderne, oneindig reproduceerbare pocket die zijn eigen werk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten