

![]() |
Gerard Reve - Handschrift |
In deze tentoonstelling wordt veel moeite gedaan om de geschiedenis van de literatuur levend te houden. In een stuk van de zaal krijgt de museumbezoeker te maken met ‘Ophef’. Hier worden verschillende schandalen uit de literatuurgeschiedenis door materiaal ondersteund. Het probeert een soort ‘entertainment’ in te brengen voor de toeschouwer. Maar ook het begin van de tentoonstelling is hier exemplarisch voor. De vitrinekasten laten verschillende versies zien van bijvoorbeeld een gedicht. In dit geval ‘Ballade van een gasfitter’ van Gerrit Achterberg. De auteur wordt hier als belangrijkste persoon van het werk gezien. Het zijn immers de aanpassingen van Achterberg die het gedicht uiteindelijk maken tot wat hij is. Hiermee houdt het museum echter een mythe in stand. Het is inmiddels al een achterhaald idee. Tenslotte is niet alleen de auteur verantwoordelijk voor het eindresultaat, maar werkt hij of zij in sterke mate samen met bijvoorbeeld een uitgever.
Op deze manier presenteert het museum veel feiten als de waarheid. Ook de verhalen over verschillende schrijvers worden gepresenteerd als waargebeurd. Zo wordt er een kant van het verhaal gepresenteerd, namelijk de kant van een auteur. Door onder andere echte manuscripten te laten zien probeert het museum de authenticiteit hiervan te waarborgen. Zo zou het handschrift van Gerard Reve´s De Avonden net zo goed van een willekeurige medewerker van het Letterkundig Museum kunnen zijn. Doordat het in een vitrinekast ligt met licht erop en een bordje erbij vertrouwt de kijker op de autoriteit van het object.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten