dinsdag 14 mei 2013



Het standbeeld van Vondel
1982. Vondel is van zijn voetstuk gevallen. Sterker nog, hij is van zijn sokkel geduwd. Uit protest tegen de regering vernielen krakers het standbeeld van Vondel en nemen ze zijn hoofd mee. De krakers protesteren naar aanleiding van de ontruiming van een kraakpand door de politie. Dit vernielen van het standbeeld door de krakers kan worden beschouwd als een moment van crisis, waarbij er volgens Latour een netwerk rondom een actant zichtbaar wordt. In het geval van het standbeeld van Vondel is dit netwerk divers: de gemeente en het bestuur van Amsterdam, de landelijke politiek maar ook op groter niveau, namelijk de Nederlandse cultuur. Stuk voor stuk nauw betrokken met het standbeeld van Vondel. De bouw (en  het herstel) van het beeld, maar ook de status ervan. Feit macht en vertoog worden zichtbaar via het spel rondom het beeld. Het zijn de grote namen binnen de literatuur die (met goedkeuring van de gemeente en de politiek) besluiten dat iemand zoals Vondel een eigen standbeeld krijgt. Deze autoriteit wordt aangevallen door de minderheid (de krakers), die juist vinden dat hun recht (en dus macht) wordt ondermijnd. Het optreden van deze specifieke groep (oftewel het discours) is een uiting van hun streven naar hun waarheid. Een waarheid die haaks staat op die van de autoriteit. Andersom werkt de samenhang ook: een cultureel statement kan ook juist in het voordeel van een bepaalde groep worden gebruikt.

Het standbeeld van Multatuli
Uiteraard is het standbeeld van Multatuli te zien als een voorbeeld van een icoon. Het verwijst immers naar de werkelijkheid (Multatuli zelf). Dit wordt in de eerste plaats duidelijk doordat het beeld een gelijkenis is van de persoon zelf, maar ook door het opschrift van het beeld. We worden er direct op gewezen waar dit kunstwerk naar verwijst. We zouden het echter ook kunnen interpreteren als symbool. Het standbeeld fungeert namelijk niet alleen als representatie van een beroemd persoon, het staat ook symbool voor de uitbeelding van status (niet iedereen krijgt een standbeeld) in algemene zin, en op meer specifiek niveau stond het beeld voor de de opstand tegen onderdrukking door RaRa.


Een frisse blik op een oude visie.

"Vies, blut en hongerig. Alles helpt." Uitdrukkingen als 'ik heb honger' of 'ik heb hulp nodig' zijn uitspraken die we regelmatig horen. De ernst van deze uitspraken varieert enorm maar in de welvarende wereld die wij kennen zijn de omstandigheden die gekoppeld zijn aan deze uitspraken (namelijk honger, dorst, hulp) geen kwesties waar wij ons zorgen om maken. Wanneer ik zeg dat ik honger heb dan zal er niemand in mijn nabije omgeving zijn die mij geschrokken aankijkt. Sterker nog, wanneer ik zeg dat ik honger heb zal men er (terecht) vanuit gaan dat ik twee, misschien drie uur niet gegeten heb.
Niet alleen laten foto's als deze de kwetsbaarheid van onze wereld zien, ook toont het ons de zoektocht naar creativiteit en de aanwezigheid van concurrentie: het gaat het om alledaagse situaties. Niet alleen jij en ik, maar ook de dakloze moet creatief zijn om zich te onderscheiden van de vele anderen in eenzelfde situatie. Bourdieu zou er een veld van maken, survival of the fittest!

De foto hierboven is bovendien een mooi voorbeeld van de semiotische wending: onze hele werkelijkheid wordt bepaald door de taal. Alle cultuur moet je bestuderen en afvragen wat het betekent: wat de semiotiek is, alles is bepaald door cultuurproducten die tussen werkelijkheid en de mens in staan.